Bedankt was het laatste wat hij zei. Bedankt. Alsof
ik hem niet mijn hart, maar mijn aansteker gaf. ‘Bedankt’.
Het was geen liefde op het eerste gezicht met Matthias. Meer een liefde die groeide met elke bocht die we namen. En bochten
waren er. Stopborden ook. Net single, werkt ver weg, speelt in een metal band. Toch gaf ik hem een kans.
We brachten maanden later samen de nacht door.
En nog een. Ik leerde zijn ontembare onverschilligheid kennen. En plots werd
het eenrichtingsverkeer. Hij had tijd nodig om een vorig hoofdstuk af te
sluiten. ‘Geen probleem,’ zei ik. Ik vroeg me af of het diezelfde ex was waar
hij altijd slecht over praatte. Vreemd.
Aha, een groen licht. Hij nodigde me een week
later uit bij zijn thuis en had een mooie speech klaar. Onze relatie startte
eigenlijk. Maar de dag erna was anders. Het contact verminderde. Ik voelde me
suf. Verward. Misschien was ik ‘geen rebound’, wat hij mij doodleuk in bed
vertelde, maar wat dan wel? En wat wil ik eigenlijk met hem? Is hij wat ik
zoek? En dan kwam ons laatste gesprek.
“Hoe gaat het?”
“Slecht”, stuurde hij tijdens het werk.
“Iets op je werk soms?”
“Nee niet echt”.
“Je kan me alles zeggen, dat weet je”, hield
ik vol.
Twee dagen stilte. Zijn spelletje aantrekken
en afstoten werd ik stilaan beu.
“Anders afspreken? Iets leuk doen zal
misschien wonderen doen?” Weer geen antwoord.
“Trek je plan”, stuur ik geïrriteerd.
“Bedankt.”
Bedankt?
Zei hij nu net bedankt? Dit is ongelooflijk. Ik
veegde snel de kleine waterstrepen op mijn wangen weg en besefte: Ik moet hem
bedanken. Zonder Zenuwinzinking nabij. Jij bedankt, eikel. Bedankt. Ik zal me nooit
meer in bochten wringen voor een of andere lafaard. En te denken dat ik hem niet
meteen echt leuk vond!
Bedankt was het laatste wat hij zei. Onze
relatie gaat heel erg goed nu. Ik zag hem gisteren op café. We waren lucht voor
elkaar. Eindelijk zitten we op dezelfde golflengte. Ik geef hem vanaf nu de
tijd die hij waard is: geen ene seconde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten