De hemel breekt met vijvers,
van lichtblauw en oranje
Een zachte uitademing,
slaagt genade op het donker
De kleuren die mijn gezicht beslagen,
in ongeloof en kracht
Lichten het zeemvel op,
mijn masker voor vannacht
Alles wordt ontastbaar,
ik zoek de gordijnen met mijn handen uitgestrekt
Nu is het donker,
niemand wacht of vecht
Mijn huid van
schuim van rozenblaadjes,
wacht tot ik schiet
Het stroomt hier gedachten
gevoelens peddelen weg van het vergiet
Er is geen hoogte of laagte,
er is geen eb en vloed
Alleen het opgejaagde,
en de verloren moed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten